Het bijbelse boek Exodus. Regel voor regel wetenschappelijke uitleg van de Bijbel. Андрей Тихомиров
Читать онлайн книгу.Het bijbelse boek Exodus. Regel voor regel wetenschappelijke uitleg van de Bijbel - Андрей Тихомиров
God weet, de laatste speelt hierop).
8 en de HEERE zeide tot Mozes en tot Aaron: neem een handvol as uit den oven, en Mozes werpe het in den hemel voor de ogen van Farao. (de AS heeft bactericide eigenschappen als een product van gorenje en waren daarom een voorwerp van aanbidding, het residu van het heilige vuur, tijdens de crematie van lijken werd het lichaam omgezet in as en «verhoogd» het in de vorm van rook naar de plaats van de «woning» van de goden, die een soort eenheid symboliseerde met de overledene – besprenkeling van het hoofd van een levende persoon met dit product van gorenje. Maar in dit geval is de as slechts een afleiding).
9 en het stof zal opgaan in het ganse Egypteland, en er zal een ontsteking van zweren zijn over de mensen en over het vee in het ganse Egypteland. (Egypte, gelegen langs de Nijl, tussen woestijnen, is afhankelijk van de rivier en de woestijn. Er zijn hier verschillende natuurrampen: de khamsin blaast-de wind die het stof van de woestijn draagt, wanneer het overdag donker wordt en deze «duisternis» knorrelt op de tanden; er zijn invasies van parasieten, sprinkhanen, hagel, er zijn epidemieën en epidemieën, er is een bloei van water dat als bloed wordt en ongeschikt om te drinken. Het moet worden gefilterd met aarde, trekken gaten langs de kust in de buurt van het water. Volgens de wet van de Babylonische koning Hammurabi wordt een epidemie gedefinieerd als een «aanraking van God»).
10 Zij namen de as uit de oven en gingen voor Farao staan. Mozes wierp hem naar de hemel, en er was een ontsteking van steenpuisten op mensen en vee. (Nadat het vee ziek werd, raakten ook mensen besmet van de zieke dieren).
11 en de wijzen konden niet bestaan voor het aangezicht van Mozes, vanwege de ontsteking; want de ontsteking was op de Wijzen en op alle Egyptenaren. (De Egyptische priesters werden ook ziek.)
12 maar de HEERE verstokte farao ' s hart, dat hij naar hen niet hoorde, gelijk als de HEERE tot Mozes gesproken had. (Maar Farao geeft niet op.)
13 en de HEERE zeide tot Mozes: sta morgen vroeg op, en vertoon U voor Farao, en zeg tot hem: Zo zegt de HEERE, de God der Joden: Laat mijn volk trekken, dat zij Mij dienen. (De priester stuurt Mozes opnieuw).
14 Want ditmaal zal ik al mijn plagen in uw hart zenden, en op uw knechten, en op uw volk; opdat gij weet, dat er niemand is gelijk ik op de ganse aarde. (Dit zijn al bedreigingen).
15 omdat ik mijn hand uitgestrekt heb, zou ik u en uw volk met een plaag geslagen hebben, en gij zou van de aarde verdelgd zijn. (Dit zijn al bedreigingen).
16 maar om deze reden heb ik u bewaard, opdat Ik u mijn kracht zou tonen, en opdat mijn naam verkondigd zou worden op de gehele aarde; (maar een getuigenis van de kracht van de god der Joden is noodzakelijk).
17 u verzet zich nog steeds tegen mijn volk om het niet te laten gaan (de confrontatie gaat door).
18 Ziet, Ik zal morgen, op dezen zelfden tijd, een zeer sterke hagel zenden, gelijk als in Egypte niet geweest is van zijn grondlegging af, tot nu toe. (de priester had een voorgevoel of wist veranderingen in het weer).
19 zo gingen wij heen om uw kudden te verzamelen, en al wat gij op het veld hebt; hagel zal vallen op al het volk en het vee, dat op het veld overgebleven is, en zij zullen niet in huizen vergaderen, en zij zullen sterven. (Waarschijnlijk was dit te wijten aan aanhoudende vulkanische activiteit).
20 en de knechten van Farao, die het woord des HEEREN vreesden, verzamelden haastelijk hun knechten en hun kudden in hun huizen.
21 maar zo wie zijn hart niet tot het woord des HEEREN heeft gewend, die heeft zijn knechten en zijn schapen in het veld gelaten. (Maar niet iedereen geloofde).
22 en de HEERE zeide tot Mozes: Strek uw hand uit naar den hemel, en er zal hagel vallen over het ganse Egypteland, en over het volk, en over het vee, en over al het gras des velds in Egypteland. (Het opheffen en zwaaien van de handen is een afleidende en zombificerende manoeuvre, de priester wist dat er binnenkort hagel zou zijn).
23 En Mozes strekte zijn staf uit naar den hemel, en de HEERE maakte donder en hagel, en vuur breidde zich uit over de aarde; en de HEERE zond hagel in Egypteland.
24 en er was hagel en vuur tussen de hagel, zeer sterk, zoals er in het gehele land Egypte niet geweest was sinds de tijd van zijn inwoning. (Dat wil zeggen, niet hagel als neerslag in de vorm van onregelmatig gevormde ijsdeeltjes, maar waarschijnlijk in de vorm van stenen, puimsteen en as).
25 en de hagel sloeg in het ganse Egypteland al wat op het veld was, van mens tot vee; en de hagel sloeg al het gras des velds, en brak al het geboomte op het veld; dat wil zeggen, de Hagel was zeer sterk. Lineaire vulkanen of gebroken vulkanen hebben uitgebreide toevoerkanalen geassocieerd met een diepe splitsing van de korst. In de regel giet basalt vloeibaar magma uit dergelijke scheuren, die zich naar de zijkanten verspreiden en grote lavadekappen vormen. Langs de scheuren zijn er zachte sproeiassen, brede platte kegels, lavavelden. Als het magma een zuurdere samenstelling heeft (een hoger gehalte aan siliciumdioxide in de smelt), worden lineaire extrusieassen en arrays gevormd. Bij explosieve uitbarstingen kunnen explosieve sloten met een lengte van tientallen kilometers ontstaan. Vulkaanuitbarstingen verwijzen naar geologische noodsituaties die kunnen leiden tot natuurrampen. De uitbarsting proces kan duren van enkele uren tot vele jaren).
26 alleen in het land Gosen, waar de Israëlieten woonden, was er geen hagel. (De aswolk passeerde dit gebied).
27 Toen zond Farao heen, en riep Mozes en Aaron, en zeide tot hen: ditmaal heb ik gezondigd; de HEERE is rechtvaardig, maar ik en mijn volk zijn schuldig. (Farao gaf zijn fouten toe).
28 bid tot de Heer: laat de donderslagen van God en de hagel ophouden, dan zal ik u laten gaan en u niet meer vasthouden. (Ga!).
29 En Mozes zeide tot hem: zodra ik uit de stad zal uitgegaan zijn, zal ik mijn handen tot den HEERE uitstrekken; de donder zal ophouden, en er zal geen hagel meer zijn, opdat gij weet, dat het land des HEEREN is. (Een teken is nodig).
30 maar ik weet, dat gij en uw knechten den Heere God nog niet vrezen zullen. (Zo worden religies gecreëerd!).
31 het vlas en de gerst werden geslagen, omdat de gerst werd uitgesneden, en het vlas werd gezaaid; (in sommige plaatsen was de hagel sterk).
32 maar de tarwe en de spelt werden niet geslagen, omdat zij te laat waren. (Dus, de tijd van het jaar was het begin van de herfst, dat wil zeggen, de oogst. Spelt-soorten tarwe met een broos oor).
33 En Mozes ging uit de stad van Farao, en strekte zijn handen uit tot den HEERE; en de donder en de hagel hielden op, en de regen hield op op de aarde te vallen. (Verspreiding van wolken, wolken-wolken zijn voortdurend in beweging en «verspreid» gebruiken hun kennis en informatie over wind, atmosfeer, enz. om wolken te «verspreiden», wolken, donder, hagel, regen te stoppen. Bovendien is wetenschappelijk bewezen dat bijvoorbeeld alleen ernstig zieke mensen reageren op «veranderingen» in de zonneactiviteit, terwijl gezonde mensen «veranderingen"niet opmerken. De relatie werd bewezen (dit is de ontwikkeling van A. L. Chizhevsky et al.) tussen veranderingen in het magnetisch veld van de aarde en een toename (afname) van het aantal patiënten met een myocardinfarct, als deze mensen al ziek zijn geweest. Blijkbaar is er ook een relatie tussen «enigszins mentale» zieke mensen en elektrische ontladingen die afkomstig zijn van onweerswolken. Sommige mensen (priesters, sjamanen en niet alleen) in trance zien elektrische ontladingen beter dan anderen en kunnen als het ware «wolken verspreiden», dat wil zeggen bliksemontladingen waarnemen en het weer voelen, begrijpen waar wolken en wolken kunnen gaan).
34 En Farao zag, dat de regen, en de hagel, en de donder opgehouden waren, en hij bleef zondigen; en hij en zijn knechten verstokten zijn hart. (Farao is klaar om opnieuw te misleiden).
35 doch farao ' s hart verstokte zich, dat hij de kinderen Israels niet liet trekken, gelijk als de HEERE door den Dienst van Mozes gesproken had. (De Israëli ' s werden nooit vrijgelaten).
Hoofdstuk 10
1 en de HEERE zeide tot Mozes: Ga in tot Farao; want Ik heb zijn hart verstokt, en het hart zijner knechten, om deze mijn tekenen onder hen te tonen. (Tekenen zijn nodig om geloof te bevestigen en nieuwe aanhangers aan te trekken).
2 En opdat gij uw zoon en uws zoons zoon te kennen geeft, wat ik in Egypte