Voor Zonsopkomst . Морган Райс
Читать онлайн книгу.een maand geleden begonnen. Ik heb Madison over hem horen praten.”
“Die goddelijke man loopt hier al een maand rond en dit is de eerste keer dat ik hem zie?” ze Nicole zonder een bittere toon in haar stem. Ze leek in de ban van hem, alsof ze haar ogen niet van hem af kon houden.
Ook Dinah leek hem wel wat te vinden.
“Oh zeker weten. Hij heeft wel iets weg van Leonardo DiCaprio in Titanic.”
“Maar geheimzinnig,” mompelde Nicole. “Duister en geheimzinnig.”
Kate wierp weer een blik op hem. Elijah was opvallend aantrekkelijk. Maar van wat ze Madison haar moeder had horen vertellen, was Elijah een beetje een eenling. Hij leek nooit iemand te hebben om mee om te gaan. Madison had geprobeerd hem over te halen met haar groep om te gaan, maar hij was terughoudend geweest, iets dat Madison persoonlijk had opgevat. Sindsdien had ze besloten dat hij een beetje een freak was en dat hij haar aandacht niet waard was.
Hij leek inderdaad behoorlijk ontwijkend. Sterker nog, dit was waarschijnlijk de eerste keer dat Kate hem in de kantine had gezien. San Marcos was een grote school, maar Elijah was niet bepaald het type dat opging in de menigte. Ze vroeg zich af waarom ze hem niet vaker had gezien.
“Weet je nog wat we zeiden over het gala?” zei Nicole. “Ik neem het terug. Ik zou jullie drie in een oogwenk dumpen als het zou betekenen dat ik met hem kon gaan!”
Iedereen begon te lachen. Iedereen, behalve Kate. Ze staarde naar Elijah en bekeek de manier waarop hij zich door de menigte baande. Hij was zo lichtvoetig dat het bijna leek of hij zweefde. Hij had een gracieuze manier van bewegen, alsof elke stap deel was van een dansroutine. Het was hypnotiserend.
Toen draaide hij zich om, alsof hij voelde dat iemand naar hem keek. Hun ogen ontmoetten elkaar in de drukke kantine. Op dat moment voelde Kate een sensatie in zich opwellen zoals ze nog nooit eerder had gevoeld. Het was alsof ze geraakt werd door de bliksem, alsof alle zenuwuiteinden in haar lichaam in brand stonden.
Er liep een groep jongere kinderen langs Kate’s tafel, die haar zicht belemmerden.
Toen ze eenmaal voorbij waren, was Elijah weg.
Ze strekte haar hals in een poging hem door de deur te zien gaan waar hij heen was gelopen, maar ze kon hem helemaal niet meer zien. Hij was verdwenen.
“Jongens,” zei Kate tegen haar lachende vrienden, “hebben jullie dat gezien?”
Ze keken haar verward aan.
“Wat gezien?”
“Elijah. Het ene moment liep hij daar, en toen was hij ineens verdwenen.”
Ze bleef naar de plek kijken waar ze hem een moment eerder nog had gezien. Hij had de kantine onmogelijk zo snel kunnen verlaten.
“Elijah,” lachte Nicole, die theatraal naar haar hart greep. Toen keek ze Kate zogenaamd agressief aan. “Ik vecht voor hem, weet je. Vuisten, haren trekken, krabben, de hele mikmak.”
De meisjes begonnen weer te lachen, maar Kate deed niet mee. Ze bleef staren naar de plek waar Elijah had gestaan. Haar hoofd tolde.
Wat had ze zojuist meegemaakt?
HOOFDSTUK VIER
Kate liep met de andere meisjes terug door de drukke gangen, verloren in haar eigen wereldje. Ze kon het nog steeds niet bevatten. De andere meisjes leken niet te begrijpen waarom ze zo van haar stuk was gebracht, en hoe hard ze ook volhield dat Elijah letterlijk was verdwenen, ze bleven manieren vinden om het te verklaren. Ze had geen zin meer om te proberen hen te overtuigen van wat ze had gezien, en had chagrijnig de kantine verlaten.
Tegen de tijd dat de schooldag voorbij was, knorde Kate’s maag. Het enige dat ze had gegeten was een beker yoghurt en een salade, en een paar chocolaatjes uit de doos die Dinah haar gegeven had. In combinatie met haar emotionele ochtend, de boze, snelle fietstocht naar school, en de vreemde ervaring van Elijah die in het niets was verdwenen, begon ze zich slap en licht in haar hoofd te voelen.
Ze maakte haar fiets los en begon aan haar tocht naar huis, en deze keer deed ze het rustig aan; ze wilde niet vallen. Haar tas, die gevuld was met schoolboeken en cadeaus van haar vriendinnen, was zwaar, wat de rit nog vermoeiender maakte.
De zon was gelukkig niet zo heet meer om drie uur ’s middags en er waaide een koel briesje vanaf de oceaan. In de verte kon Kate de bergen van Rattlesnake Canyon Park zien. Het was één van haar favoriete plekken. Ze hield van de natuur, van de stilte en de schoonheid ervan. Ze ging er graag heen in de weekenden om na te denken over het leven. Het herinnerde haar er altijd aan dat de wereld groot was en dat haar thuisleven slechts een piepklein deel van de ervaringen was die de wereld te bieden had.
Maar zou ze de wereld ooit te zien krijgen? Hoe kon ze ooit het leven krijgen dat ze wilde, als ze niet kon studeren? Ze kon de gedachte dat ze nog een jaar in Californië vast zou zitten niet verdragen. Ze zou de huizen van rijke mensen moeten schoonmaken, zoals haar moeder, en ze zou als een schaduw aan haar vastzitten. Het was niet eerlijk. Waarom zou zij geld moeten verdienen voor Madisons schoolgeld? Madison was bij lange na niet zo leergierig als Kate; sterker nog, ze wilde waarschijnlijk alleen maar studeren zodat ze jongens kon ontmoeten.
Kate besloot dat ze een manier moest zien te vinden om een deel van haar verdiensten achter te houden, zodat ze kon sparen voor een vliegticket naar de oostkust. Ze zou op een dag gewoon verdwijnen. Het leek een dramatische oplossing, maar wat moest ze anders?
Kate was zo verloren in haar eigen gedachten dat ze de groep mensen voor zich niet opmerkte tot ze vlakbij was. Het waren laatstejaars jongens van haar school, en ze liepen luidruchtig over de stoep en de weg heen. Kate stond op het punt om hen heen te fietsen toen ze besefte dat er iemand tussen hen in stond. Een jongens werd als een strandbal heen en weer geduwd, van de ene naar de andere jongen. Ze zag zijn donkere haar en delicate features. Het was Elijah.
“Hey!” schreeuwde Kate, die op haar remmen ging staan. “Laat hem met rust!”
Eén van de jongens draaide zich met een dreigende blik in zijn ogen naar haar om. “Fiets maar door, meisje,” zei hij op wrede toon. “Ik denk niet dat je vriendje door een meisje gered wil worden.”
Op dat moment ving Kate een blik van Elijah op. Hij leek terneergeslagen. Er zat een scheur in zijn T-shirt, bij zijn schouder. Maar toen de jongens Kate negeerden en hem weer heen en weer begonnen te duwen, kwam hij niet eens voor zichzelf op.
“Elijah!” schreeuwde ze. “Vecht terug!”
Toen keek hij haar aan, alsof hij haar voor het eerst zag, maar hij bleef doorlopen. Ze begreep het niet.
Maar Kate zou Elijah niet in elkaar laten slaan vanwege één of andere stomme mannelijke overtuiging dat meisjes het niet voor jongens op mochten nemen. Ze had een fiets, wat betekende dat ze sneller was, en ze kon hem als een stormram gebruiken.
Ze liet haar tas, zwaar en bobbelig met schoolboeken, van haar schouders afglijden. Ze racete op de groep jongens af, haalde uit en sloeg één van hen met haar tas tegen zijn rug.
“Hey!” schreeuwde hij, terwijl hij haar voren struikelde. “Laat me met rust, mafkees.”
Hij leek niet al te veel van zijn stuk gebracht door Kate, hoewel ze hoopte dat hij zich gewoon sterk hield omdat zijn vrienden erbij waren.
Misschien was het stom om het op te nemen tegen een groep laatstejaars met niets anders dan haar tas en fiets als wapens, maar Kate werd overspoeld door een soort kracht, alsof ze een beschermende gans was die zich om haar nest bekommerde. Ze nam het op tegen Elijahs pestkoppen op de manier waarop ze wilde dat Madison het voor haar opnam tegen haar moeder.
Ze fietste zo snel als ze kon op hen af, waardoor ze uiteen gingen.
“Wie is die freak?” zei één van de jongens terwijl hij uit de weg dook.
“Is dat niet het zusje van Madison?” antwoordde een ander, die in de lach schoot toen Kate uithaalde met haar rugtas.
“Ieh,