Bijna Verloren. Блейк Пирс
Читать онлайн книгу.had even de indruk dat hij haar nog iets wilde vragen, maar toen ging de voordeur open.
‘De kinderen zijn thuis’, zei hij opgelucht met een blik uit het raam. ‘En precies op tijd.’
Cassie keek naar buiten. Regendruppels spatten tegen het glas. En toen de deur met een klap weer dichtviel, brak er een winterse plensbui los.
‘Ha, die pa!’
Er klonken rennende voetstappen op de houten vloer. En een slank meisje in een fietsbroek en een groen trainingsjack kwam de keuken binnen sprinten. Ze bleef staan toen ze Cassie zag, bekeek haar van top tot teen en kwam toen dichterbij om haar een hand te geven.
‘Hallo. Kom jij hier oppassen?’
‘Ik ben Cassie’, zei Cassie. ‘Ben jij Madison?’
Madison knikte en Ryan woelde speels door zijn dochters glanzend bruine haar.
‘Cassie weet nog niet of ze dat wel wil. Zul jij je daarom van je beste kant laten zien?’
Madison haalde haar schouders op.
‘Jij zegt altijd, dat we nooit moeten beloven wat we niet kunnen waarmaken. Maar ik zal ’t proberen.’
Ryan schaterde. Cassie merkte dat ze zelf ook moest lachen om de ondeugende eerlijkheid van Madisons antwoord.
‘Waar is Dylan?’
‘Hij is in de garage, zijn fiets smeren. Die piepte toen we de heuvel op fietsten. En toen viel de ketting er ook nog af.’
Madison beende naar de keukendeur en haalde diep adem.
‘Dylan!’ brulde ze. ‘Kom meteen!’
Cassie hoorde in de verte iemand roepen ‘Ik kom al!’
‘Dat gaat nog eeuwen duren’, oordeelde Madison somber. ‘Als hij eenmaal aan zijn fiets begint te prutsen, houdt hij nooit meer op.’
Toen zag ze het bord met lekkers. Haar gezicht klaarde op en ze ging ze er recht op af. Maar toen ze ontdekte wat er op brood zat, zuchtte ze teleurgesteld.
‘Pap, je hebt sandwiches met ei gemaakt.’
‘Is dat een probleem?’ vroeg Ryan, met verbaasd opgetrokken wenkbrauwen.
‘Je weet hoe ik denk over ei op brood. Het lijken net broodjes poep.’
Ze koos met zorg een muffin uit van de andere kant van de schaal.
‘Broodjes poep?’ stamelde Ryan en zijn stem verried, dat verontwaardiging en hilariteit om de voorrang streden. ‘Maddie, dat soort dingen hoor je niet te zeggen als er bezoek is.’
‘Kijk maar uit, Cassie,’ waarschuwde Madison, terwijl ze een gezicht trok naar haar vader dat van weinig berouw blijk gaf, ‘dat spul plakt overal aan vast.’
Cassie werd overvallen door een tot dusver onbekend gevoel van… van thuisgekomen zijn. Dergelijke gekkigheid was precies waarop ze gehoopt had. Tot dusverre leek dit een normaal, gelukkig gezin, met plagerij over en weer, en dito bezorgdheid. Ook al leed het voor haar geen twijfel dat elk zijn eigen nukken en zorgjes had. Ze voelde plots hoe gespannen ze geweest was, in de overtuiging dat er iets finaal scheef zou lopen. Ze had tot nu toe nog niets van de schaal gepakt, omdat ze zich opgelaten gevoeld had om te gaan zitten kauwen waar Ryan bij was. Maar nu voelde ze hoe hongerig ze was. Ze kon maar beter wat eten voordat haar maag hoorbaar zou gaan knorren.
‘Ik zal moedig zijn,’ zei ze, ‘en een broodje p… eh, sandwich met ei nemen.’
‘Daar ben ik blij om,’ juichte Ryan, ‘want mijn culinaire kunsten hebben een goede roep.’
‘Broodjes poep’, rijmde Madison.
Cassie lachte. Madison richtte zich tot Cassie.
‘Pappa kookt altijd. Hij houdt alleen niet van opruimen.’
‘Dat is waar’, gaf Ryan toe.
Madison haalde opnieuw diep adem en wendde zich tot de keukendeur.
‘Dylan!’ gilde ze, om er op normale toon aan toe te voegen ‘Oh, ben je daar al.’
Een lange, slungelachtige jongen was de keuken in komen kuieren. Hij had hetzelfde bruine, glanzende haar als zijn zusje. Cassie vroeg zich af of hij net een groeistuip doorgemaakt had, want hij zag eruit als een gespierde spijker.
‘Hoi,’ zei hij langs zijn neus weg tegen Cassie.
Ze herkende in hem, ondanks zijn jonge jaren, een gelijkenis met Ryan. Ze hadden dezelfde wilskrachtige kin en geprononceerde jukbeenderen. In Madisons knappe, ovale snoetje zag ze minder van hem terug. Ze vroeg zich af hoe de moeder eruitzag. Zouden er nog familiefoto’s in huis te vinden zijn? Of was de scheiding zo bitter geweest dat die weggehaald waren?
‘Je hoort een hand te geven’, zei Ryan tegen zijn zoon.
Dylan liet zijn handen zien. Die waren zwart van het fietskettingvet.
‘Oh jee, kom maar hier.’
Ryan haastte zich naar het aanrecht, draaide de kraan open en spoot een royale dosis zeep over de handen van zijn zoon. Nu Ryan afgeleid was, nam Cassie gauw nog een sandwich.
‘Wat was er mis met de fiets?’ vroeg Ryan.
‘De ketting sloeg door,’ zei Dylan, ‘zodra ik naar een kleiner verzet schakelde.’
‘Heb je ’t gemaakt?’ vroeg Ryan, terwijl hij de voortgang van het handenwassen met enige zorg gadesloeg.
‘Ja’, antwoordde Dylan.
Cassie verwachtte een verdere uitweiding, maar… dat was ’t. Ryan gaf hem een handdoek en hij droogde zijn handen. Dylan pakte Cassies hand even beet bij wijze van begroeting en wijdde zijn aandacht toen aan het eten op tafel. Er kwam misschien niet zoveel uit Dylan, maar Cassie sloeg er steil van achterover, hoeveel er ín Dylan ging; het bord was bijna leeg tegen de tijd dat Ryan het in de koelkast terugzette.
‘Je hebt helemaal geen trek meer in avondeten als je zo doorgaat,’ zei hij, ‘en ik ga straks spaghetti bolognese maken.’
‘Die krijg ik ook wel op, hoor’, beloofde Dylan.
Ryan sloot de koelkast.
‘Oké, ik wil dat jullie iets droogs gaan aantrekken nu, anders vatten jullie nog kou.’
Toen ze verdwenen waren, richtte hij zich opnieuw tot Cassie en hij klonk gespannen.
‘Wat denk je? Zijn de kinderen zoals je verwachtte? Het zijn lieve kinderen, hoor. Ook al hebben ze natuurlijk hun momenten.’
Cassie had ze van meet af aan al gemogen. Vooral Madison leek een gemakkelijk kind en ze kon zich niet voorstellen dat er ooit een stilte viel als zij in de buurt was. Dylan leek moeilijker; stiller en introverter. Maar dat kon komen doordat hij wat ouder was en al een tiener. Het was logisch dat hij niet zoveel te melden had aan een au pair van begin twintig. Ryan had gelijk, het waren lieve kinderen. En, wat belangrijker was, hijzelf maakte de indruk een ondersteunende vader te zijn, die er voor hen was als er zich problemen zouden voordoen.
Kortom, de kogel was door de kerk, ze aanvaardde de betrekking.
‘Ze lijken alleraardigst. Ik ga met alle genoegen drie weken voor je werken.’
Ryans gezicht begon te stralen.
‘Oh, fantastisch! Weet je, Cassie, vanaf het moment dat ik je zag… nee, vanaf het moment dat ik je sprak, bad ik dat je ja zou zeggen. Je hebt iets wat me intrigeert. Ik zou je heel graag beter willen leren kennen, meer te weten komen over wat je meegemaakt hebt, wat je gevormd heeft, want je lijkt zo… ik weet niet hoe ik het noemen moet. Wijs? Rijp? Ik heb in ieder geval het gevoel dat mijn kinderen in goede handen zijn.’
Ze wist niet wat ze hierop zeggen moest. Ze werd wat ongemakkelijk onder Ryans lofzang.
‘Dat zullen de kinderen leuk vinden’, hernam Ryan. ‘Ik kon zien dat ze je al mogen. Laten we je gaan installeren. En daarna zal ik je een rondleiding geven. Heb je je bagage bij je?’
‘Heb ik.’
Gebruikmakend