Doodgebloed. Блейк Пирс
Читать онлайн книгу.is een maand geleden", antwoordde agent Lee. "Misschien zat je hem te dicht op de hielen."
"Maar dat zat ik helemaal niet!" Adele keek naar het scherm en schudde haar hoofd. "We hebben geen idee wie hij is."
Grant stond omrand door het raamkozijn, naast de man met het pak en de haakneus, en keek heen en weer tussen Adele en Foucault. Grant zei: "Misschien was je dichterbij dan je denkt. Misschien heeft iets anders hem de stuipen op het lijf gejaagd. Hoe het ook zij, het is niet onwaarschijnlijk dat hij vanuit de VS naar Parijs is gevlucht."
"Maar om in een ander land te gaan moorden? Zo snel na vertrek? De meeste moordenaars hebben tijd nodig om te acclimatiseren. Hij zou zich nog niet helemaal op zijn gemak voelen in de nieuwe omgeving. Waarom zou hij zo snel toeslaan?"
Lee Grant tikte met haar vingers op haar tanden. De nog niet bij naam genoemde man met het pak aan het raam keek zwijgend heen en weer tussen de vrouwen, als een toeschouwer bij een tenniswedstrijd.
"Het is niet altijd lastig om te acclimatiseren", zei Grant. "Vakantiegangers kunnen meedogenloos zijn. Herinner je je het incident in het resort in Tijuana?"
Adele trok haar neus op. "Maar we weten toch niet of het een vakantieganger is. Wat als… Wat als hij Parijzenaar is?" zei ze langzaam. Ze proefde even de gedachte. "Wat als hij juist in Amerika op vakantie was?"
Grant tuitte haar lippen en drukte haar rug tegen het hoge raam. "Interessante gedachte. Misschien. Hoe dan ook, de reis naar Parijs heeft hem de impuls gegeven die hij nodig had om opnieuw toe te slaan."
"Als hij zo denkt, wordt hij alleen maar erger", zei Adele.
Foucault had de laatste paar minuten stil zitten luisteren. Maar bij deze laatste opmerking doorbrak hij zijn zwijgen. "Precies. En dat is het onderwerp van de dag, agent Sharp."
Ditmaal was het Adele's beurt om een wenkbrauw naar haar leidinggevende op te heffen. Agent Lee zuchtte. "Ik had er even mee willen wachten – om het je persoonlijk te vertellen." Ik weet dat je drie dagen verlof hebt – ik weet hoe het je de afgelopen maand vergaan is. Het zal vast moeilijk zijn geweest voor jou en Angus." Ze maakte een sympathiek gebaar met haar lippen. "Maar je weet alles van deze klootzak, Adele. Hij gaat weer toeslaan. Jij weet het en ik weet het."
"Wat vraag je van me?"
"Ze hebben je nodig in Parijs," zei Grant. "Ik heb het al besproken met de afdelingsmanagers."
Adele schudde echter al haar hoofd, draaide haar rug naar het scherm en ijsbeerde de kamer door voordat ze zich weer tot Foucault richtte. Maar nu keek ze naar Lee, haar vriendin, die contrasteerde tegen het lichtgevende scherm als achtergrond.
"Niemand kent deze man beter dan jij, Adele," zei Grant. "De DGSI wil je ter plekke hebben. Je heb banden met beide instanties en met je dubbele nationaliteit…"
"Driedubbele," zei Adele zacht.
"Sorry?"
"Drievoudig burgerschap. Ik ben ook Duits."
Grant knikte snel. "Ja, natuurlijk. "Drievoudig burgerschap. Je bent in een unieke positie, Adele."
"Is dit een bevel?"
Agent Lee schudde onmiddellijk haar hoofd, waardoor haar kastanjebruine haar, dat ze altijd in een simpele paardenstaart droeg, heen en weer slingerde. "Nee. De keuze is aan jou. Maar als je ermee instemt, moet je nu vertrekken. Tijd om te wachten is er niet. Je moet maar een andere keer vakantiedagen opnemen."
Een statische ruis kraakte vanuit de richting van de tv door de kamer. Foucaults lippen bewogen, maar ze kon niet horen wat hij zei.
"Jezus, Sam," snauwde Adele. "We zijn toch godverdomme de FBI. Zou je niet verwachten dat we een duidelijk hoorbaar gesprek konden hebben?"
De lange techneut – die tijdens dit alles op zijn stoel was blijven zitten en zwijgend zat mee te kijken – haastte zich al, draaiend aan knopjes van de tv.
Even later verdween de statische ruis. Foucault testte de microfoon en toen hij door de kamer tuurde, zijn ogen een beetje uit het midden – hoewel Adele vermoedde dat hij haar op zijn scherm recht aankeek – zei hij: "Nou, agent Sharp? Frankrijk neemt je terug. Kom je naar Parijs?"
"Nee," zei Adele. Onmiddellijk welde bezorgdheid in haar op. De woorden waren haar onwillekeurig over de lippen gekomen, opgeroepen uit haar binnenste, het restant van beslissingen uit het verleden dat opborrelde.
Ze kon niet naar Frankrijk gaan. Niet nu. Niet zo snel na…
Ze keek de kamer rond en realiseerde zich dat alle ogen op haar gericht waren. De lichten aan het plafond leken opeens erg helder, haar eigen ademhaling klonk luid in haar oren. Ze wreef over een elleboog maar weigerde naar de grond te staren, hoewel ze zich vreselijk moest inhouden om niet haar blik af te wenden.
Jezus, Sharp, je zou echt een carrière naar de prullenbak verwijzen alleen om te vermijden dat… Om wat precies te vermijden? Lee Grant zei niets en bestudeerde haar ondergeschikte met een meelevende uitdrukking. Foucault en de diplomaat fronsten, maar Adele keek weg en richtte haar blik op Lee.
Als enige in de kamer stond agent Lee zonder twijfel aan haar kant. Maar toch, het weigeren van een dergelijk verzoek van hogergeplaatsten zou niet zonder gevolgen blijven.
Adele hield haar kaak stijf en rechtte haar houding. "Ik… ik kan daar niet naar teruggaan. Nog niet…" Waarom niet, Cara? Kom naar huis.
Adele huiverde en schudde haar hoofd nog halsstarriger. "Nee. Ik kan het gewoon niet…ik…" Haar stem stierf weg, en beelden uit haar dromen flitsten door haar hoofd. Herinneringen aan een jeugd, aan een leven dat ze ooit had geleid, speelden als schaduwpoppen in haar hoofd. Ze dacht aan Doug van de beveiliging. Misschien was dat wel waar ze uiteindelijk zou eindigen: zittend naast een metaaldetector met haar eigen bordje, Pas op voor Sharp: weigert medewerking.
Carrière was één ding… Maar dit… Dit kwam te dichtbij. Ze ademde langzaam in en probeerde haar hoofd leeg te maken. Het hoefde natuurlijk niet zoals de laatste keer te zijn, toch? Het onderzoek naar de dood van haar moeder was op een dood spoor. Ze zou zich er niet in verliezen. Niet ditmaal. Dit ging over de Benjamin Killer. Dit ging over dat meisje, Marion, en over het volgende slachtoffer, wie dat ook wezen moge.
Kon ze echt nee zeggen? Wat had ze hier eigenlijk om voor te blijven? Angus was niet gebleven. Waarom zou zij dat wel doen?
"Denk er eens over na," zei Foucault terwijl hij haar bestudeerde. "Ik stuur het dossier en het doktersrapport. Misschien heb je een inzicht dat we over het hoofd hebben gezien, hmm?"
Adele knikte. Een rapport kon ze nog wel lezen. Hoeveel schade kon dat nu aanrichten? Een enkel lullig rapportje.
"Prima," zei Adele. "Sam, kun je het naar mij doorsturen?"
Een klein, miserabel dossiertje. Wie weet zou er toch een aanwijzing in te vinden zijn. Adele blies haar wangen op en ademde zachtjes uit, in een poging haar zenuwen te bedaren.
Waarom doodde hij alleen op basis van leeftijd? Wat was daar toch de betekenis van? Bloeden, bloeden, voor eeuwig bloeden…
Weer een plaats delict, weer een moordenaar, weer een moord. Alles flitste door Adele's hoofd en prikte koud op haar huid terwijl ze resoluut uit de hoge glazen ramen staarde. Wanneer zou de Benjamin Killer stoppen? Het was als een aftelling – een uitdaging.
Hij zou er niet op eigen houtje mee uitscheiden. Dat was een verkeerde vraag. De echte vraag galmde in Adele's hoofd: wanneer zou iemand hem aanhouden?
Ze voelde de ogen in de kamer naar haar staren, kijken, beschuldigen, wachten…
HOOFDSTUK VIJF
De cabine van het vliegtuig weergalmde van het geluid van de draaiende motoren. Adele leunde achterover in haar stoel en genoot van het comfort van de eerste klasse. Ze rekte zich uit en kromde haar rug terwijl ze met haar handen de armleuningen omklemde. Ze stak haar hand uit en draaide aan de kleine knop waarmee de airconditioning aan stond, en streek haar haar opzij terwijl de lucht door de cabine stroomde. Geen viezige advocaten ditmaal.
Lee had er vijf minuten voor nodig gehad om Adele ervan te overtuigen naar