Voordat hij ziet. Блейк Пирс
Читать онлайн книгу.naar de uitgang nam ze een pak crackers uit de automaat. Ze had de rest van de dag nog tot haar beschikking; vier uur om te doen en laten wat ze wilde, voordat ze op de loopband in de sportschool wilde staan, een routine die ze had ontwikkeld en waardoor ze erin was geslaagd om iedereen een stap voor te blijven.
Wat te doen met de rest van haar dag? Misschien kon ze eindelijk uitpakken. Er stonden nog zes dozen in haar appartement die nog steeds dichtgeplakt waren. Dat zou een goed idee zijn. Maar ze vroeg zich ook af wat Harry die avond zou gaan doen. Zou hij zich houden aan de belofte om een drankje voor haar te kopen? Bedoelde hij vanavond of een andere keer?
En ze vroeg zich ook af wat Agent Ellington aan het doen zou zijn.
Zij en Ellington hadden een paar keer bijna afgesproken maar het was er nooit van gekomen. En eigenlijk ook maar beter zo, dacht Mackenzie. Ze zou het helemaal niet erg vinden als ze nooit meer herinnerd zou hoeven worden aan wat er tussen hen beiden in Nebraska voorgevallen was en waar ze zich over schaamde.
Terwijl ze probeerde te beslissen wat ze met haar middag zou gaan doen liep ze naar haar auto. Toen ze de sleutel in het slot van het portier stak zag ze een bekend gezicht voorbij rennen. De jogger, een collega-agente in opleiding met de naam Colby Stinson, zag haar kijken en glimlachte. Ze sprintte zo snel naar de auto van Mackenzie dat Mackenzie even dacht dat Colby echt aan het rennen was, in plaats van aan het trainen.
“Hallo daar,” zei Colby. “Heeft de rest van de klas je in de steek gelaten?”
“Nee. Ik heb een extra rondje gelopen.”
“Nou, dat verbaasd me niks.”
“Wat bedoel je daarmee?” Vroeg Mackenzie. Colby en zij kenden elkaar redelijk goed, maar niet goed genoeg om te zeggen dat ze echt vrienden waren. Ze was er nooit zeker van of Colby grappig probeerde te zijn of haar probeerde uit te dagen.
“Dat je super gedreven bent en een beetje een overpresteerder,” zei Colby.
“Schuldig.”
“En wat is dit?” Vroeg Colby. Ze wees toen naar het pak crackers in de hand van Mackenzie. “Is dat lunch?”
“Ja, klopt,” zei ze. “Sneu, he?”
“Een beetje. Waarom gaan we niet iets halen? Ik heb wel zin in pizza.”
Mackenzie had ook best trek in pizza. Maar ze had geen zin om over koetjes en kalfjes te praten, vooral niet met een vrouw die de neiging had om te roddelen. Maar aan de andere kant besefte ze ook dat ze meer nodig had in haar leven dan alleen trainen, nog meer trainen en zich opsluiten in haar appartement.
“Ja, laten we dat doen,” zei Mackenzie.
Het was een kleine overwinning, om uit haar comfortzone stappen en te proberen om vrienden te maken op deze nieuwe plek, in dit nieuwe hoofdstuk van haar leven. En bij elke stap werd een nieuwe pagina omgedraaid, en ze moest eerlijk toegeven dat ze graag wilde beginnen met schrijven.
*
Toen Mackenzie en Colby die middag in Donnie's Pizza Place aankwamen zat de zaak maar voor de helft vol, de meeste mensen waren net klaar met hun lunch. Ze namen een tafel achterin en bestelden een pizza. Mackenzie ontspande zich en liet haar pijnlijke benen en armen rusten, maar kon er niet lang van genieten.
Colby ging naar voren zitten en zuchtte. “En, zullen we het over de olifant in de kamer hebben?”
“Is er een olifant?” Vroeg Mackenzie.
“Ja, die is er,” zei Colby. “Maar die is meestal helemaal in het zwart gekleed en goed gecamoufleerd.”
“Oké,” zei Mackenzie. “verklaar je nader. En vertel dan ook waarom je tot nu toe hebt gewacht om het te bespreken.”
“Iets wat ik je nooit heb verteld is dat ik vanaf de eerste dag dat je op de Academie verscheen al wist wie je was. Bijna iedereen wist het. Er werd veel gefluisterd. En daarom heb ik gewacht met het je te vertellen. Maar nu we dichter bij het einde van de opleiding komen weet ik niet hoe dit de dingen in de toekomst zal gaan beïnvloeden.“
“Wat wordt er gefluistert?” Vroeg Mackenzie, ze was er vrij zeker van dat ze al wist waar dit heen zou gaan.
“Nou, voor het grootste gedeelte gaan die over de Vogelverschrikker Moordenaar en de zachtmoedige kleine dame die hem wist op te pakken. Een kleine dame die in Nebraska zo’n goede detective was, dat de FBI is gaan informeren.”
“Dat is een nogal verheerlijkte versie ervan, maar ja ... ik herken die olifant. Je zei echter voor het grootste gedeelte. Zijn er nog andere delen?”
Colby zag er plotseling ongemakkelijk uit. Zenuwachtig bracht ze een lok van haar bruine haren achter haar oor. “Nou, er zijn geruchten. Ik heb gehoord dat een FBI-agent een rol heeft gespeeld om je hierheen te krijgen. En ... we bevinden ons in een door mannen gedomineerde omgeving. Je kunt je voorstellen welke geruchten er de ronde doen.”
Mackenzie rolde met haar ogen en merkte dat ze zich beschaamd voelde. Ze had zich altijd afgevraagd wat voor soort geruchten er over haar en Ellington circuleerden, de Agent die inderdaad een grote rol had gespeeld in het krijgen van een kans om op de Academie te komen.
“Sorry,” zei Colby. “Had ik het niet moeten zeggen?”
Mackenzie haalde haar schouders op. “Het is in orde. Ik denk dat we allemaal wel ons eigen verhaal hebben.”
Blijkbaar aanvoelend dat ze misschien toch teveel had gezegd, keek Colby naar de tafel en nipte nerveus van haar frisdrank. “Sorry,” zei ze zacht. “Ik dacht gewoon dat je het moest weten. Je bent de eerste echte vriendin die ik hier heb gemaakt, en ik wilde eerlijk tegen je zijn.”
“Idem,” zei Mackenzie.
”Is alles oké tussen ons?” Vroeg Colby.
“Ja. Hoe zit het met het opgooien van een ander onderwerp om over te praten?”
“Oh, dat is gemakkelijk,” zei Colby. “Vertel me over jou en Harry.”
“Harry Dougan?” Vroeg Mackenzie.
“Ja. De zogenaamde Agent die jou met zijn ogen lijkt uit te kleden iedere keer dat jullie samen in één ruimte zijn.”
“Er valt helemaal niets te vertellen,” zei Mackenzie.
Colby glimlachte en rolde met haar ogen. “Als jij het zegt.”
“Nee, echt niet. Hij is niet mijn type.”
“Misschien ben je ook niet zijn type,” merkte Colby op. “Misschien wil hij je gewoon naakt zien. Ik vraag me af ...wat voor type ben jij eigenlijk? Diep en psychologisch, wed ik.”
“Waarom zeg je dat?” Vroeg Mackenzie.
“Vanwege je interesses en de neiging om uit te blinken in profilerings cursussen en scenario's.”
“Ik denk dat dit een algemene misvatting is over iedereen die geïnteresseerd is in profilering,” zei Mackenzie. “Als je hiervan bewijs nodig hebt, kan ik minstens drie oudere mannen bij de Rijkspolitie van Nebraska aanwijzen.”
Daarna ging het gesprek over meer alledaagse dingen zoals hun lessen, de instructeurs, enzovoort. Maar al die tijd kookte Mackenzie van binnen. De geruchten die Colby had genoemd waren de exacte reden geweest waarom ze had besloten om zich gedeisd te houden. Ze had niet veel moeite gedaan om vrienden te maken, een beslissing die haar ook voldoende tijd had gegeven om haar appartement op orde te krijgen.
Natuurlijk was daar ook nog Ellington...de man die naar Nebraska was gekomen en haar wereld op zijn kop had gezet. De gedachte klonk als een cliché maar het was in wezen wel wat er gebeurd was. En het feit dat ze hem nog steeds niet uit haar hoofd had kunnen zetten was enigszins misselijkmakend.
Terwijl zij en Colby over koetjes en kalfjes praatten en hun lunch nuttigden, vroeg Mackenzie zich af wat Ellington aan het doen was. Ze vroeg zich ook af wat zij nu gedaan zou hebben als hij niet naar Nebraska was gekomen toen zij een poging deed om de Vogelverschrikker Moordenaar op