Een Gelofte Van Glorie . Морган Райс

Читать онлайн книгу.

Een Gelofte Van Glorie  - Морган Райс


Скачать книгу
raadskleden. “Gareth is de rechtmatige Koning, en het is niet aan ons om de voorwaarden voor onze overgave te bespreken—of om überhaupt te besluiten of we ons overgeven.”

      Iedereen wendde zich tot Gareth.

      “Mijn heer,” zei Aberthol. Er klonk vermoeidheid in zijn stem. “Wat stelt u voor dat we doen met het leger van het Rijk?”

      Er viel een dodelijke stilte.

      Gareth zat daar, neerkijkend op zijn mannen, en hij wilde reageren. Maar het werd steeds lastiger voor hem om helder na te denken. Zijn vaders stem galmde door zijn hoofd, schreeuwend, zoals hij had gedaan toen hij nog een kind was. Hij werd er gestoord van, en de stem ging maar niet weg.

      Gareth strekte zijn arm uit en boorde zijn nagels in de houten armleuning van de troon, keer op keer. Het geluid van zijn schrapende vingernagels was het enige geluid in de kamer.

      De raadsleden wisselende een bezorgde blik uit.

      “Mijn heer,” begon een ander raadslid, “als u ervoor kiest niet over te geven, moeten we direct het Koninklijk Hof versterken. We moeten alle ingangen, alle wegen, alle poorten beveiligen. We moeten alle soldaten inzetten, en onze verdediging voorbereiden. We moeten ons voorbereiden op een belegering, voedsel rantsoeneren, onze burgers beschermen. Er moet veel gebeuren. Alstublieft, mijn heer. Geef ons een bevel. Vertel ons wat we moeten doen.”

      Alle ogen waren op Gareth gevestigd.

      Eindelijk tilde Gareth zijn kin op.

      “We zullen niet tegen het Rijk vechten,” verkondigde hij. “En we zullen ons ook niet overgeven.”

      Iedereen in de kamer keek elkaar verward aan.

      “Wat moeten we dan doen, mijn heer?” vroeg Aberthol.

      Gareth schraapte zijn keel.

      “We zullen Gwendolyn doden!” verklaarde hij. “Dat is nu het enige dat telt.”

      Er viel een geschokte stilte.

      “Gwendolyn?” riep een raadslid verrast uit.

      “We zullen al onze troepen achter haar aan sturen om haar af te slachten, alsmede degenen die bij haar zijn, voordat ze Silesia bereiken,” verkondigde Gareth.

      “Maar mijn heer, hoe kan dat ons helpen?” riep een raadslid uit. “Als we vertrekken om haar aan te vallen, laat dat onze troepen onbeschermd. We zouden binnen de kortste keren door het Rijk worden afgeslacht.”

      “Het zou ook het Koninklijk Hof open laten voor een aanval!” riep een ander. Als we ons niet overgeven, moeten we het Koninklijk Hof onmiddellijk versterken!”

      Een groep mannen schreeuwde instemmend.

      Gareth wendde zich tot het raadslid, zijn ogen koud.

      “We zullen elke soldaat die we hebben gebruiken om mijn zuster te doden!” sprak hij duister. “We zullen er geen sparen!”

      Iedereen zweeg toen één van de raadskleden zijn stoel naar achteren schoof, het hout schrapend tegen het steen, en opstond.

      “Ik zal niet toekijken hoe het Koninklijk Hof wordt geruïneerd wegens uw persoonlijke obsessie. Ik weiger hieraan mee te doen!”

      “Ik ook niet!” echode de helft van de aanwezigen.

      Gareth voelde zich overspoeld worden door woede en stond op het punt op te staan toen plotseling de deuren opensloegen en de commandant zich met het resterende leger naar binnen haastte. Hij sleepte een man met zich mee, schurk met vettig haar, ongeschoren, zijn polsen vastgebonden. Hij sleurde de man naar het midden van de kamer en stopte voor de koning.

      “Mijn heer,” sprak de commandant koel. “Van de zes dieven die zijn geëxecuteerd voor de diefstal van het Zwaard van het Lot, was deze man de zevende, degene die ontsnapt is. Hij vertelt het meest fantastische verhaal.

      “Spreek!” snauwde de commandant, terwijl hij de schurk door elkaar schudde.

      De schurk keek nerveus om zich heen. Zijn vettige haar plakte tegen zijn wangen en hij zag er erg onzeker uit. Uiteindelijk riep hij:

      “We zijn opgedragen het zwaard te stelen!”

      De kamer brak uit in een verontwaardigd geroezemoes.

      “We waren met zijn negentienen!” vervolgde de schurk. “Een tiental moest het zwaard meenemen, in de nacht, over de brug van het Ravijn, de wildernis in. Ze verstopten hem in een wagen en hebben hem zo de brug over gekregen. De soldaten die op wacht stonden hadden geen idee wat er in de wagen zat. De anderen, zeven van ons, werd opgedragen achter te blijven na de diefstal. Er werd ons verteld dat we gevangen genomen zouden worden, als show, en vervolgens zouden worden vrijgelaten. Maar in plaats werden al mijn vrienden geëxecuteerd. En dat zou ook met mij gebeurd zijn, als ik niet ontsnapt was.”

      “En waar namen ze het zwaard mee naartoe?” drong de commandant aan.

      “Dat weet ik niet. Ergens diep in het Rijk.”

      “En wie heeft opdracht gegeven tot een dergelijke daad?”

      “Hij!” zei de schurk, die zich plotseling omdraaide en met een benige vinger naar Gareth wees. “Onze Koning! Hij beval ons het te doen!”

      Er brak een verafschuwd geroezemoes uit, er klonk geschreeuw, tot eindelijk een raadslid zijn ijzeren staf een paar keer tegen de grond sloeg en schreeuwde om stilte.

      Met moeite werd het weer stil.

      Gareth, die trilde van angst en woede, stond langzaam op uit zijn troon, en alle ogen richtten zich om hem.

      Stap voor stap ging Gareth de ivoren treden af. Zijn voetstappen echoden door de stilte, die te snijden was.

      Hij schreed door de kamer, tot hij de schurk bereikte. Hij staarde hem koud aan. De man wriemelde in de greep van de commandant, en durfde hem niet in de ogen te kijken.

      “Er wordt maar op één manier omgegaan met dieven en leugenaars in mijn koninkrijk,” zei Gareth zachtjes.

      Plotseling haalde Gareth een dolk tevoorschijn en dreef hem door het hart van de schurk.

      De man schreeuwde het uit van de pijn en zijn ogen puilden uit. Toen zakte hij op de grond in elkaar, dood.

      “U heeft zojuist een getuige vermoord,” zei de commandant. “Beseft u dan niet dat dit uw schuld alleen maar meer insinueert?”

      “Welke getuige?” vroeg Gareth glimlachend. “Doden spreken niet.”

      De commandant liep rood aan.

      “Vergeet niet dat ik commandant ben van het halve leger van de Koning. Ik wordt niet voor de gek gehouden. Afgaande op uw acties kan ik alleen maar concluderen dat u schuldig bent aan de misdaad waarvan hij u heeft beschuldigd. Ik en mijn leger zullen u niet langer dienen. Sterker nog, ik zal u in hechtenis nemen, voor verraad van de Ring!”

      De commandant knikte naar zijn mannen. Als één trokken meerdere soldaten hun zwaarden en stapten naar voren om Gareth te arresteren.

      Heer Kultin kwam naar voren met twee keer zoveel van zijn eigen mannen. Ze trokken allemaal hun zwaarden en gingen achter Gareth staan.

      Daar stonden ze, tegenover de soldaten van de commandant, Gareth in het midden.

      Gareth glimlachte triomfantelijk naar de commandant. Zijn mannen waren in de minderheid, en hij wist het.

      “Ik zal door niemand gearresteerd worden,” sneerde Gareth. “En zeker niet door jou. Neem je mannen mee en verlaat mijn hof—of wees bereid de toorn van mijn persoonlijke strijdmacht te voelen.”

      Na enkele gespannen seconden draaide de commandant zich om en gebaarde naar zijn mannen. Ze trokken zich terug, en verlieten de kamer.

      “Vanaf vandaag,” bulderde de commandant, “zal iedereen weten dat we u niet langer dienen! U zult het alleen moeten opnemen tegen het leger van het Rijk. Ik hoop dat ze u goed behandelen. Beter dan hoe u uw vader heeft behandeld!”


Скачать книгу