Eens gelokt. Блейк Пирс
Читать онлайн книгу.Ze duwde haar vingers in de klimop en hoopte dat haar hand niet gepakt of opgegeten zou worden. Haar vingers kwamen tegen de harde, koude metalen buis.
Wat is het? vroeg ze zich af.
Nu voelde ze een lichte trilling in de buis. En ze hoorde iets. Het leek uit de buis te komen.
Ze leunde heel dichtbij de buis. Het geluid was nauwelijks waarneembaar, maar ze wist dat het niet haar verbeelding was. Het geluid was echt, en het klonk precies als een vrouw die huilde en jammerde.
Libby trok haar hand weg van de buis. Ze was te bang om te bewegen of te praten of om wat dan ook te doen. Ze kon niet eens ademen. Het voelde als die keer dat ze uit een boom was gevallen op haar rug en de lucht uit haar longen geslagen was.
Ze wist dat ze weg moest komen. Maar ze bleef als bevroren staan. Het was alsof ze haar lichaam moest vertellen hoe het moest bewegen.
Draai om en ren, dacht ze.
Maar voor een paar angstaanjagende seconden kon ze het gewoon niet.
Toen leken haar benen als vanzelf te rennen, en voelde ze hoe ze naar de rand van de open plek sprintte. Ze was doodsbang dat iets vreselijks naar haar zou uitreiken en haar zou pakken en terugtrekken.
Toen ze aan de rand van het bos aankwam, boog ze voorover, snakkend naar adem. Ze besefte nu dat ze al deze tijd helemaal niet geademd had.
“Wat is er aan de hand?” vroeg Denise.
“Een geest!” zei Libby terwijl ze naar lucht hapte. “Ik hoorde een geest!”
Ze wachtte niet op antwoord. Ze rukte zich los en rende ze snel als ze kon in de richting waar ze vandaan waren gekomen. Ze hoorde haar broer en nicht achter haar rennen.
“Hé, Libby, stop!” riep haar broer. “Wacht!”
Maar ze ging echt niet stoppen met rennen totdat ze veilig thuis was.
HOOFDSTUK VIER
Riley klopte op Aprils slaapkamerdeur. Het was twaalf uur, en ondertussen was het wel tijd dat haar dochter opstond. Maar het antwoord dat ze kreeg was niet waar ze op hoopte.
“Wat wil je?” klonk het gedempt en nukkig vanuit de kamer.
“Ga je de hele dag slapen?” vroeg Riley.
“Ik ben nu wakker. Ik kom zo naar beneden.”
Met een zucht liep Riley de trap weer af. Het zou fijn zijn geweest als Gabriela hier was, maar zij nam altijd vrij op zondag.
Riley liet zichzelf op de bank vallen. April was gisteren de hele dag chagrijnig en afstandelijk geweest. Riley had geen idee gehad hoe ze deze onverklaarbare spanning tussen hen had kunnen verlichten, en ze was opgelucht geweest toen April ‘s avonds naar een Halloweenfeestje was gegaan. Aangezien het feestje bij een vriend slechts een paar straten verderop was, had Riley zich geen zorgen gemaakt. Tenminste niet tot één uur ‘s nachts toen haar dochter nog steeds niet thuis was.
Gelukkig was April thuisgekomen terwijl Riley probeerde te beslissen of ze wel of niet in actie moest komen. Maar April was binnengekomen en recht naar bed gegaan, zonder amper een woord te spreken tegen haar moeder. En tot zover leek ze niet meer geneigd tot communicatie vanochtend.
Riley was blij dat ze thuis was om op te lossen wat er aan de hand was. Ze had zich nog niet op de nieuwe zaak gestort, en voelde zich nog steeds in tweestrijd. Bill had haar op de hoogte gehouden, dus ze wist dat hij en Lucy Vargas gister eropuit waren gegaan om de vermissing van Meara Keagan te onderzoeken. Ze hadden de familie waar Meara voor werkte ondervraagd, en ook de buren in haar appartementencomplex. Ze hadden geen enkel aanknopingspunt kunnen vinden.
Vandaag had Lucy de leiding over een algemene zoekactie, waarbij ze meerdere agenten coördineerde bij het uitdelen van flyers met Meara’s foto. Ondertussen was Bill ongeduldig aan het wachten op Riley’s beslissing om de zaak wel of niet te nemen.
Maar ze hoefde niet nu meteen een keuze te maken. Iedereen op Quantico wist dat Riley morgen niet beschikbaar zou zijn. Een van de eerste moordenaars die ze achter de tralies had gebracht had een hoorzitting voor voorwaardelijke vrijlating. Het was gewoonweg geen optie om niet op die hoorzitting te getuigen.
Terwijl Riley haar opties zat te overwegen, kwam April volledig aangekleed de trap af huppelen. Ze ging recht op de keuken af zonder ook maar een oogopslag op haar moeder te werpen. Riley stond op en volgde haar.
“Wat hebben we te eten?” vroeg April, terwijl ze in de koelkast keek.
“Ik kan ontbijt voor je maken,” zei Riley.
“Nee, dat hoeft niet. Ik pak wel gewoon wat.”
April pakte een stuk kaas en deed de koelkast dicht. Op het aanrecht sneed ze een plak kaas af en schonk ze een kop koffie voor haarzelf in. Ze deed melk en suiker in de koffie, ging zitten aan de keukentafel en begon te knabbelen aan het stukje kaas.
Riley ging bij haar dochter zitten.
“Hoe was het feestje?” vroeg Riley.
“Het was gewoon.”
“Je kwam best wel laat thuis.”
“Nee, dat kwam ik niet.”
Riley koos ervoor om niet in discussie te gaan. Misschien was een uur ‘s nachts tegenwoordig niet meer laat voor vijftienjarige die naar een feestje ging. Hoe zou zij dat nou moeten weten?
“Crystal vertelde me dat je een vriendje had,” zei Riley.
“Ja,” zei April terwijl ze nog een slok van haar koffie nam.
“Hoe heet hij?”
“Joel”
Na een korte stilte vroeg Riley “Hoe oud is hij?”
“Weet ik niet.”
Riley voelde een knoop van angst en woede in haar keel omhoog komen.
“Hoe oud is hij?” herhaalde Riley.
“Vijftien, oké? Net als ik.”
Riley wist zeker dat April loog.
“Ik wil hem ontmoeten,” zei Riley.
April rolde met haar ogen. “Jezus, mam. Wanneer ben je opgegroeid? De jaren vijftig of zo?”
Riley voelde zich gekwetst.
“Ik denk niet dat het onredelijk is,” zei Riley. “Laat hem eens langskomen. Stel hem aan me voor.”
Riley zette haar kop koffie zo hard neer dat er een beetje op de tafel knoeide.
“Waarom probeer je me de hele tijd controle over me te hebben?” snauwde ze.
“Ik probeer geen controle over je te hebben. Ik wil gewoon je vriendje ontmoeten.”
Voor eventjes keek April gewoon stil en nukkig naar haar koffie. Toen stond ze ineens op en stormde ze de keuken uit.
“April!” riep Riley.
Riley volgde April door het huis. April liep naar de voordeur en pakte haar tas, die aan de kapstok hing.
“Waar ga je heen?” zei Riley.
April gaf geen antwoord. Ze opende de deur en ging naar buiten, en sloeg hem met een klap achter haar dicht.
Riley stond even in stilte versteld. April zal toch zeker meteen wel terugkomen, dacht ze.
Ze wachtte een volle minuut. Toen liep ze naar de deur, opende ze deze, en keek ze de straat in. April was nergens te zien.
Riley voelde de bittere smaak van teleurstelling in haar mond. Ze vroeg zich af hoe het zover had kunnen komen. Ze had eerder problemen met April gehad in het verleden. Maar toen zij drieën–Riley, April, en Gabriela–in de zomer naar dit rijtjeshuis waren verhuisd, was April heel blij geweest. Ze was vriendinnen geworden met Crystal en alles was prima geweest toen in september de