Begeerd. Morgan Rice
Читать онлайн книгу.te kijken of er nog andere pups in de buurt waren, of haar moeder. Ze wilde niet dat dit in een gevecht zou eindigen.
Maar, er bleek in de verste verte geen ander dier in de buurt te zijn.
Terwijl Caitlin de pup van dichterbij bekeek, zag ze waarom. Ze mankte heel erg, en er kwam bloed uit haar poot. Ze zag er gewond uit. Ze was waarschijnlijk achtergelaten door haar moeder, zo realiseerde Caitlin zich, achtergelaten om te sterven.
De wolvenpup liet haar kop lager zakken, en ze wandelde langzaam in de richting van Caitlin. Dan, tot de verrassing van Caitlin, liet ze haar hoofd zakken en liet het rusten op haar schoot, terwijl ze zachtjes kreunde terwijl ze haar ogen sloot.
Caitlin’s hart sloeg over. Ze had Rose zo erg gemist, en nu voelde het alsof ze naar haar was teruggekeerd.
Caitlin zette de emmer neer, ze stak haar handen uit, en nam de pup in haar armen. Ze hield haar dicht tegen haar borst, en huilde, terwijl ze zich al de tijd herinnerde die ze met Rose had doorgebracht. Ondanks zichzelf, rolden de tranen over haar wangen. De pup keek plotseling naar haar op, en leunde naar achter, alsof ze het kon aanvoelen, en likte de tranen van haar gezicht.
Caitlin leunde naar beneden en kuste haar op haar voorhoofd. Ze hield haar dicht tegen haar aan, en knuffelde haar tegen haar borst. Het was niet mogelijk om haar te laten gaan. Ze zou al het mogelijke doen dat ze moest doen om haar te helpen genezen en terug tot leven te brengen. En, wanneer de wolf het zo wilde, zou ze haar kunnen houden als huisdier.
“Hoe ga ik je noemen?” vroeg Caitlin. “We kunnen je niet opnieuw Rose noemen…Waarom niet…Ruth?”
De pup likte plots Caitlin’s wang, alsof ze op de naam reageerde. Dat was het meest definitieve antwoord dat Caitlin zich had kunnen wensen.
Ruth zou het zijn.
Caitlin, met Ruth aan haar zijde, was net klaar met het poetsen van de eetkamer, wanneer ze iets interessants, op de muur zag. Daar, naast de openhaard, waren twee lange zilveren zwaarden. Ze nam er een van vast, ze stofte het af, en bewonderde de het heft, dat bezet was met juwelen. Het was een mooi wapen. Ze zette haar poetslap en emmer neer, en ze kon er niet aan weerstaan om het uit te proberen. Ze zwierde het zwaard wild in het rond, links en rechts in cirkels, ze wisselde van handen, allemaal in de grotachtige kamer. Het voelde fantastisch aan.
Ze vroeg zich af hoeveel andere wapens Caleb hier ter beschikking had. Ze kon zich hier mee uitleven en ermee trainen.
“Ik zie dat je de wapens gevonden hebt, ” zei Caleb, terwijl hij plots de deur inkwam. Caitlin zette, een beetje verlegen, het zwaard onmiddellijk neer.
“Het spijt me, ik had niet de bedoeling om in je spullen te snuffelen.”
Caleb lachte. “Mijn huis is het jouwe,” zei hij, toen hij de kamer binnenkwam met twee grote herten over zijn schouder. “Al wat ik bezit, is ook van jou. Trouwens, je bent een meisje naar mijn hart. Ik zou ook recht op de zwaarden afgegaan zijn,” zei hij met een knipoog.
Hij paradeerde door de kamer, terwijl hij de herten droeg, en stopte dan plotseling, draaide zich om en keek nog een keer.
“Wauw,” zei hij, in shock. “Het ziet eruit als nieuw!”
Hij stond daar, en staarde met zijn ogen wijd open. Caitlin kon zien hoezeer hij onder de indruk was, en ze voelde zich gelukkig. Ze keek zelf naar de kamer, en zag dat ze inderdaad helemaal getransformeerd was. Ze hadden dus nu een heel aantrekkelijke eetkamer, uitgerust met een tafel en stoelen voor hun eerste maaltijd.
Ruth zeurde ineens, en Caleb keek naar beneden, en zag haar voor de eerste keer. Hij keek nog meer verrast.
Caitlin maakte zich plots zorgen dat hij er wat op tegen zou hebben dat de pup hier zou blijven.
Maar ze was opgelucht te zien dat hij blij zijn ogen opende.
“Ik kan het niet geloven,” zei Caleb, terwijl hij staarde, “die ogen, ze is net Rose.”
“Kunnen we haar houden?” vroeg Caitlin, twijfelend.
“Dat zou ik graag hebben,” antwoordde hij. “Ik zou haar willen knuffelen, maar ik heb mijn handen vol.”
Caleb ging verder met de herten, door de kamer, en door de gang. Caitlin en Ruth volgden hem, keken toe hoe hij de herten in een kleine kamer neerzette, op een grote stenen plaat.
“Omdat we niet echt koken,” zei hij, “dacht ik eraan om het bloed voor ons op te vangen. Dan zouden we het samen kunnen drinken, als avondeten. Ik dacht eraan om het vuile werk hier voor ons te doen, zodat we gewoon voor de openhaard kunnen zitten, en in stijl kunnen drinken.”
“Dat zou ik leuk vinden,” zei Caitlin.
Ruth zat Caleb op de hielen, en keek op en zeurde terwijl hij het vlees aan het snijden was. Hij lachtte, sneed een klein stukje voor haar, reikte naar beneden en gaf het aan haar. Ze hapte erin, en zeurde voor meer.
Caitlin ging terug in de eetruimte, en begon met het reinigen van de kelken die ze gezien had. Voor de schoorsteenmantel lag een hoop dierenhuiden, en ze verzamelde ze, en nam ze naar buiten naar het terras, om ze ter voorbereiding uit te schudden.
Terwijl Caitlin wachtte totdat Caleb gedaan had, keek ze naar de zonsondergang, die aan de horizon stond. Ze kon het geluid van de golven horen, ze ademde de zouten lucht in, en ze had zich nog nooit zo gerelaxt gevoeld. Ze stond daar, en sloot haar ogen, ze was er zelfs niet van bewust hoe de tijd gevlogen was.
Wanneeer Caitlin terug haar ogen opende, was het bijna donker.
“Caitlin?” zei de stem, die haar riep.
Ze draaide om en haastte zich terug naar binnen. Caleb was al binnen, en droeg twee grote zilveren kelken, vol met hertenbloed. Hij was bezig met de kaarsen aan te steken, overal in de donkere kamer. Ze ging er naar toe, en ze voegde zich bij hem, en zette de huiden terug neer.
Binnen enkele momenten, was de kamer helemaal verlicht, het kaarslicht gloeide in elke richting. De twee zaten samen op de huiden, voor de openhaard, en Ruth rende in hun richting en zat naast hen. De vensters waren open, en een briesje kwam binnen, waardoor het eigenlijk koel aan het worden was hier binnen.
De twee zaten naast elkaar, en keken elkaar in de ogen terwijl ze een toast uitspraken.
De vloeistof voelde zo goed. Ze dronk en dronk, en dat deed hij ook, en ze had zich nog nooit zo levendig gevoeld. Het was een ongelooflijke roes.
Caleb zag er ook verjongd uit, zijn ogen en huid blonken. Ze draaiden om en keken elkaar aan.
Hij reikte naar boven, en langzaam raakte hij haar wang aan met de rug van zijn hand.
Caitlin’s begon harder te slaan, en ze realiseerde zich dat ze nerveus was. Het voelde aan alsof het een eeuwigheid geleden was geweest dat ze nog eens bij hem was geweest. Ze had zich een moment zoals dit al zo lang voorgesteld, maar nu dat het er was, voelde het alsof het weer opnieuw de eerste keer was dat ze bij hem was. Ze kon zien dat zijn hand aan het trillen was, en ze realiseerde zich dat hij ook zenuwachtig was.
Er waren nog zoveel dingen die ze wilde zeggen, zo veel vragen die ze nog voor hem had, en ze kon zien dat hij ook vol vragen zat. Maar op dat moment vertrouwde ze zichzelf niet om erover te spreken. En blijkbaar, deed hij dat ook niet.
De twee kusten elkaar met passie. Wanneer zijn lippen die van haar ontmoetten, voelde ze zich overweldigd door de gevoelens die ze voor hem had.
Ze sloot haar ogen, omdat hij dichterbij kwam, wanneer ze samenkwamen in een passievolle omarming. Zij rolden op de huiden, en zij voelde haar hart overlopen van emotie.
Eindelijk, was hij van haar.
HOOFDSTUK ACHT
Polly schreed snel door de gangen van Versailles, haar hakken echoden op de marmeren vloer, en zij haastte zich door een eindeloze gang met hoog opgaande plafonds, sierlijsten, marmeren openhaarden, enorme spiegels, en laaghangende kandelaars. Alles blonk.
Maar ze merkte het amper; het was haar tweede natuur geworden. Ze woonde hier al jaren, ze kon zich moeilijk een ander bestaan voorstellen.
Wat ze wel opmerkte, dus – en zelfs heel erg