Verloofd . Морган Райс
Читать онлайн книгу."Nee. Je andere sleutel.”
Caitlin was in de war en dacht na. Was ze een andere sleutel vergeten?
Toen ze onderaan haar hals probeerde te kijken, besefte ze het. Haar halssnoer.
Caitlin tastte naar beneden en was verbaasd te ontdekken dat het nog daar was. Ze verwijderde het voorzichtig en hield het delicate, antieken zilveren kruis in haar handpalm.
De vampier schudde haar hoofd.
“Alleen jij kunt het gebruiken.”
Ze kwam dichterbij en nam voorzichtig Caitlins pols, die ze in de richting leidde van het kleinste sleutelgat dat aan de basis van de pedestal zat.
Caitlin was verbaasd. Ze zou anders nooit dat sleutelgat opgemerkt hebben. Ze stak de sleutel erin en draaide hem om. Er volgde een zachte klik.
Ze keek op en zag dat er een minuscuul compartimentje geopend was aan de zijkant van de tombe. Ze keek naar de vampier en knikte plechtig terug.
Caitlin tastte naar boven, en haalde er langzaam een lange, smalle lade uit. Ze was verrast er binnenin een lange gouden scepter, waarvan de bol versierd was met robijnen en smaragden, te ontdekken.
Ze voelde erin en was verbaasd hoe zwaar hij aanvoelde en hoe glad het goud in haar handen was. De scepter leek wel een meter lang en gemaakt van massief goud.
"De heilige scepter," zei de non. "Hij was eens van je vader.”
Caitlin keek ernaar met een nieuw gevoel van verbazing en respect. Ze voelde alsof er elektriciteit door haar heen ging terwijl ze hem vasthield, en voelde zich meer dan ooit dicht bij haar vader.
"Zal dit me naar mijn vader leiden?” vroeg ze.
Hun gids draaide zich simpelweg om en ging de kamer uit. "Deze kant op," zei ze.
Caitlin en Caleb volgden haar door een andere deur, vervolgens door verschillende andere gangen, om dan langs de middeleeuwse tuin van een ander klooster te passeren. Terwijl ze aan het wandelen was, was Caitlin verrast om verschillende andere vampiers te zien die gekleed waren in witte gewaden en kappen en door de gangen wandelden. De meesten keken naar beneden, alsof ze verzonken waren in gebeden. Andere zwaaiden met wierrookverstuivers. Er waren er een paar die knikten toen ze voorbijkwamen en ze gingen in stilte verder.
Caitlin vroeg zich af hoeveel vampiers hier woonden en of zij tot de coven van haar vader behoorden. Ze had nooit beseft dat Westminster Abbey een klooster was en niet alleen een kerk. Of dat het een rustplaats was voor haar ras.
Eindelijk kwamen ze een andere kamer binnen die kleiner was dan de anderen, maar hoge, versterkte plafonds had en natuurlijk licht dat binnenviel. Deze kamer had kale, stenen vloeren, en in het midden stond een opmerkelijk meubelstuk: een troon. De houten troon stond hoog op een pedestal, op zijn minst vijf meter hoog, met een brede stoel en armleuningen die naar boven toe helden en een driehoekige rug die in een punt uitmondde in het midden. Eronder, op de hoeken, zaten twee gouden leeuwen die ontworpen waren om er uit te zien alsof ze de stoel vasthielden.
Caitlin bestudeerde de stoel vol bewondering.
"De stoel van Koning Eduard," zei de vampier. “De troon voor de kroning van koningen en koninginnen gedurende duizenden jaren. Een zeer bijzonder meubelstuk—niet alleen omwille van de plaats die het inneemt in de geschiedenis, maar omdat het een van de sleutels tot ons ras bevat.”
Ze draaide zich om en keek naar Caitlin. "We hebben deze troon gedurende duizenden jaren bewaakt. Nu dat je hier bent en dat je de scepter ontsloten hebt, is het tijd dat je de plaats inneemt die je toekomt.”
Ze gebaarde dat Caitlin de troon moest bestijgen.
Caitlin keek haar in shock terug aan. Welk recht had ze om als eenvoudig meisje zulk een Koninklijke troon te bestijgen—een troon waarop gedurende duizenden jaren koningen hadden op gezeten? Het voelde voor haar niet goed aan dat ze er zo dichtbij in de buurt kwam en dan vergat ze nog het bestijgen van de pedestal, en dat ze erop zou zitten.
"Alsjeblief," drong de vampier aan. "Je hebt het recht. Je bent de Ware.”
Caleb knikte naar haar, Caitlin klom langzaam op de enorme pedestal, en droeg de scepter. Wanneer ze de top bereikte, draaide ze zich om, en zette zichzelf met gemak op de troon.
Hij was gemaakt van hardhout en dit was erg stevig. Toen ze er zich liet inzakken, liet ze haar armen rusten om de armleuningen en kon ze de kracht ervan voelen. Ze kon zo duizenden jaren van Koninklijke familie voelen die op deze plek gekroond waren. Het voelde alsof de plek elektrisch geladen was.
Toen ze uit de kamer keek die zo’n vijf meter hoger was dan alle anderen, voelde ze zich alsof ze boven over de wereld uittorende. Het was een verbazingwekkend inspirerend gevoel.
"De scepter," zei de vampier.
Caitlin keek op haar neer. Ze was in de war en onzeker over wat ze wilde dat ze ermee zou doen.
"In de armleuning van de troon zul je een klein gaatje vinden. Het is bedoeld om hem in te zetten.”
Caitlin keek naar beneden en deze keer zag ze een klein gaatje, net breed genoeg om de exacte omtrek van de scepter te omvatten. Ze reikte naar boven en zette de scepter langzaam in het gaatje.
Hij zakte helemaal naar beneden totdat zijn kop boven de armleuning uitkwam. Plotseling was er een zachte klik.
Caitlin keek naar beneden en was verbaasd om een kleine nis te zien aan de basis van een van de leeuwenhoofden. Binnenin zat een kleine gouden ring. Ze tastte er beneden in en nam hem eruit.
Ze hield hem vast en staarde ernaar.
"De ring van het lot," zei de vampier. "Hij is alleen maar voor jou bedoeld. Een geschenk van je vader.”
Caitlin staarde vol bewondering en hield hem omhoog in het licht. Ze zag de juwelen schitteren terwijl ze hem bewoog.
"Doe hem om de ringvinger van je rechterhand.”
Caitlin deed hem aan en toen ze het koele metaal voelde, ging er een trilling door haar heen. Ze kon de kracht voelen die er vanuit ging.
"Hij zal de weg tonen.”
Caitlin bekeek hem. "Maar hoe?" vroeg ze.
"Je hoeft hem alleen maar te inspecteren," zei de vampier.
Caitlin was in het begin in de war, maar inspecteerde de ring dan wat meer van nabij. Terwijl ze dat deed, ontdekte ze een fijne, delicate inscriptie, helemaal rond de ring. Haar hart begon sneller te slaan terwijl ze begon te lezen. Ze voelde onmiddellijk aan dat het een bericht van haar vader was.
Over de Brug, Achter de Beer,
Met de Winden van de Zon, laten we Londen achter ons liggen.
Caitlin las de rebus opnieuw, en las hem dan hardop, zodat Caleb het kon horen.
"Wat betekent het?" vroeg ze.
Hun gids glimlachte alleen terug.
"Ik mag jullie niet verder meenemen. De rest van de trip moet je zelf ontdekken." Dan leunde ze dicht tegen hen aan. “We rekenen op jou. Wat je ook doet, stel ons niet teleur.”
HOOFDSTUK VIJF
Caitlin en Caleb wandelden door de enorme gebogen deuren van Westminster Abbey naar buiten, in het ochtendlicht, met Ruth die hen op de hielen zat. Instinctief knepen ze hun ogen dicht en deden ze hun handen naar omhoog om het licht tegen te houden. Caitlin was Caleb dankbaar dat hij haar oogdruppels gegeven had voor ze naar buiten gingen. Het duurde een paar minuten voordat haar ogen zich hadden aangepast. Langzaam kwam de wereld van het Londen van 1599 in de kijker.
Caitlin was verbaasd. Parijs in 1789 verschilde niet zoveel van Venetië in 1791. Maar Londen in 1599, dat was een compleet andere wereld. Ze was geschokt door het verschil dat 190 jaar uitmaakte.
Londen lag voor haar uitgespreid. Maar het was geen bruisende stad met de allure van een metropool. In de plaats daarvan leek het meer