Agent Nul. Джек Марс

Читать онлайн книгу.

Agent Nul - Джек Марс


Скачать книгу
Dat was wat Yuri wilde nemen. Wat het ook was, het voelde groots aan en Reid was er middenin verzeild geraakt…hoewel hij het gevoel had dat dat niet voor de eerste keer was.

      Lange tijd zei hij niets, lang genoeg om de glimlach van Yuri’s lippen in een geforceerde, verwachtingsvolle, starende blik te zien veranderen. “Ik ken jou niet,” zei Reid. “Ik weet niet voor wie je werkt. Verwacht je echt dat ik je alles ga vertellen dat ik weet, en dan de deur uitloop, en er maar vanuit ga dat het op de juiste plek terecht komt?”

      “Ja,” zei Yuri, “dat is precies wat ik verwacht, en precies de reden voor deze ontmoeting.”

      Reid schudde zijn hoofd. “Nee. Kijk, Yuri, ik denk dat deze informatie te belangrijk is om het hier en daar rond te fluisteren en dan maar hopen dat het de juiste oren in de juiste volgorde bereikt. Daarbij is er wat jou betreft maar een plek waar het bestaat – hier.” Hij tikte tegen zijn eigen linkerslaap. Het was waar; de informatie die ze nodig hadden was, waarschijnlijk, ergens in zijn achterhoofd, klaar om opgeroepen te worden. “Ik denk ook,” vervolgde hij. “Dat onze plannen zullen moeten veranderen, nu ze deze informatie hebben. Ik ben er klaar mee boodschappertje te spelen. Ik wil meedoen. Ik wil een echte rol.”

      Yuri staarde een tijd alleen maar naar hem. Toen liet hij een scherpe, balkende lach horen en tegelijkertijd sloeg hij zo hard op het tafeltje dat enkele gasten om hen heen opschrokken. “Jij!” riep hij uit, zwaaiend met een vinger. “Jij mag dan een expat zijn, maar jij hebt nog steeds die Amerikaanse ambitie!” Hij begon weer te lachen, en klonk precies als een ezeltje. “Wat wil je weten, Ben?”

      “Laten we beginnen met voor wie je werkt.”

      “Hoe weet je dat ik voor iemand werk? Misschien ben ik wel de baas. Het brein achter het geniale plan!” Hij hield beide handpalmen omhoog met een groots gebaar en lachte weer.

      Reid grijnsde. “Dacht ’t niet. Ik denk dat jij in dezelfde positie verkeert als ik, informatie heen en weer verslepen, geheimen uitwisselen, mensen ontmoeten in kutkroegjes.” Ondervragingstactiek –benadruk overeenkomsten tussen jullie beiden. Yuri was duidelijk meertalig, en leek niet dezelfde geharde houding te hebben als zijn ontvoerders. Maar ook al zat hij op de laagste rangen van de organisatie, hij wist nog altijd meer dan Reid. “Wat dacht je van een deal? Jij vertelt me wat jij weet, en ik vertel je wat ik weet.” Hij dempte zijn stem tot hij bijna fluisterde. “En geloof me maar. Je wilt weten wat ik weet.”

      Yuri streelde bedachtzaam zijn kin. “Ik mag jou, Ben. Dat is, hoe zeg je ook alweer, eh…tegenstrijdig, want van Amerikanen word ik meestal misselijk.” Hij grinnikte. “Jammer voor jou, kan ik je niet vertellen wat ik niet weet.”

      “Geef me dan een duwtje in de richting van iemand die dat wel kan.” De woorden stroomden uit hem terwijl ze aan zijn hersenen voorbij gingen en rechtstreeks naar zijn keel vloeiden. Het logische deel van hem (of liever gezegd, het Lawson-deel van hem) protesteerde luidkeels. Waar ben je me bezig?! Pak wat je pakken kan en maak je uit de voeten!

       “Wil je een ritje met me gaan maken?” Yuri’s ogen flitsten. “Ik breng je naar mijn baas. Daar kan jij hem vertellen wat je weet.”

      Reid aarzelde. Hij wist dat hij het niet moest doen. Hij wist dat hij het niet wilde doen. Maar dat bizarre gevoel van verplichting was er nog steeds, evenals die stalen koelbloedigheid in zijn achterhoofd die weer tegen hem zei, Rustig maar. Hij had een pistool. Hij had kennelijk bepaalde vaardigheden. Hij was tot dit punt gekomen, en gebaseerd op wat hij wist, leek dit een stuk verder te gaan dan een paar Iraniërs in een Parijse kelder. Er was een plan, en de CIA was ergens bij betrokken, en op een of andere manier wist hij dat er uiteindelijk veel gewonden of erger zouden vallen.

      Hij knikte eenmaal, zijn kaken stijf op elkaar geklemd.

      “Mooi.” Yuri sloeg zijn glas achterover en stond op. Zijn linkerelleboog was nog steeds tegen zijn lichaam gedrukt. “Au revoir.” Hij zwaaide naar de barman. Toen leidde de Serviër hem naar de achterkant van Féline, door een kleine, bedompte keuken, en door een stalen deur die uitkwam op een keistenen steegje.

      Reid volgde hem de nacht in, verbaasd dat het zo snel zo donker was geworden terwijl hij in de kroeg zat. Aan het eind van de steeg stond een zwarte terreinwagen, met ramen die zo donkergetint waren dat het leek alsof ze beschilderd waren. De achterdeur opende nog voor Yuri hem bereikte, en twee gorilla’s stapten uit. Reid kon hen op geen andere manier beschrijven; ze waren beiden breedgeschouderd, indrukwekkend, en deden niets om hun TEC-9 volautomatische pistolen te verbergen, die aan okselharnassen schommelden.

      “Rustig maar, vrienden,” zei Yuri. “Dit is Ben. We nemen hem mee naar Otets.”

      Otets, fonetisch Russisch voor “vader.” Of, op het meest technische niveau, “maker.”

       “Kom,” zei Yuri vriendelijk. Hij deed een hand op Reids schouder. Het is een heel mooi ritje. We zullen onderweg champagne drinken. Kom.”

      Reids benen weigerden dienst. Het was riskant – te riskant. Als hij in deze auto met deze mannen stapte en ze kwamen erachter wie hij was, of zelfs maar dat hij niet was wie hij zei dat hij was, kon hij het met de dood bekopen. Zijn dochters zouden weeskinderen zijn, en ze zouden hoogstwaarschijnlijk nooit weten wat er uiteindelijk met hem gebeurd was.

      Maar welke keuze had hij? Hij kon niet bepaald doen alsof hij plotseling van gedachten veranderd was; dat zou veel te verdacht zijn. Waarschijnlijk had hij al twee stappen genomen voorbij de grens van geen weg terug door Yuri hierheen te volgen. En als hij de poppenkast lang genoeg kon volhouden, kon hij misschien de bron vinden – en erachter komen wat er in zijn eigen hoofd aan de gang was.

      Hij nam een stap in de richting van de terreinwagen.

      “Ah! Un momento, por favor.” Yuri zwaaide met een vinger naar zijn gespierde begeleiders. Een van hen dwong Reids armen omhoog terwijl de andere hem fouilleerde. Allereerst vond hij de Beretta, in de achterkant van zijn spijkerbroek gestoken. Toen groef hij met twee vingers in Reids zakken en haalde de rol euro’s en de burnertelefoon tevoorschijn, en gaf alle drie aan Yuri.

      “Dit mag je houden.” De Serviër gaf hem het geld terug. “Deze daarentegen houden we. Veiligheid. Je begrijpt het wel.” Yuri stak de telefoon en het pistool in de binnenzak van zijn suède jas, en heel even zag Reid de bruine kolf van een pistool.

      “Ik begrijp het,” zei Reid. Nu was hij ongewapend en zonder middelen om om hulp te bellen als hij het nodig had. Ik moet vluchten, dacht hij. Begin gewoon te sprinten en kijk niet om…

       Een van de gorilla’s dwong zijn hoog omlaag en duwde hem vooruit, op de achterbank van de terreinwagen. Beiden klommen er na hem in en Yuri volgde. Hij trok de deur achter zich dicht. Hij zat naast Reid. De gekromde gorilla’s gingen op een aangepaste bank direct achter de chauffeur tegenover hen zitten met hun gezichten naar hen toe. Hun schouders raakten elkaar bijna.

      Een van de twee klopte met twee knokkels op de scheidingswand met de chauffeur. “Otets,” zei hij kortaf.

      Een zware, veelzeggende klik vergrendelde de achterdeuren. Toen drong het grimmige besef tot Reid door van wat hij had gedaan. Hij was in een auto gestapt met drie gewapende mannen zonder enig idee waar hij heen ging, en vrijwel geen idee als wie hij zich moest voordoen. Het was niet zo moeilijk geweest om Yuri voor de gek te houden, maar nu werd hij naar een of andere leider gebracht…zouden ze weten dat hij niet was wie hij zei dat hij was? Hij vocht tegen de drang om naar voren te springen, de deur open te rukken en zich uit de auto te laten vallen. Hieruit was geen ontsnapping mogelijk, in ieder geval niet op dit moment; hij zou moeten wachten tot ze op hun bestemming arriveerden en dan hopen dat hij er in een stuk uit kon komen.

      De terreinwagen begon zijn tocht door de straten van Parijs.

      HOOFDSTUK ZES

      Yuri, die zo praatgraag en levendig was geweest in de Franse kroeg, hield zich ongebruikelijk stil gedurende de autorit. Hij opende een vakje naast zijn stoel en pakte er een versleten boek met een gescheurde kaft uit – Machiavelli’s De Heerser. De hoogleraar die Reid ook was wilde hem hardop uitlachen.

      De


Скачать книгу